Werking van de brandstofcel
Qua opbouw lijken brandstofcellen op accu’s of
batterijen. Beiden leveren elektrische energie via
een chemische reactie. Verschil is echter dat een
accu slechts een opslagmedium voor elektrische
energie is, en dat de brandstofcel elektriciteit
produceert.
De brandstofcel werkt op pure waterstof of – door
middel van een omvormer- op een element met een hoog
waterstofgehalte zoals methanol. Binnen in de
brandstofcel wordt de waterstof via een membraan
gecombineerd met zuurstof. Aan de ene kant van het
membraan vloeit waterstof door de gaskanalen en aan
de andere kant zuurstof.
Wanneer de twee gassen met elkaar reageren ontstaan
stoom en elektriteit. De elektriciteit kan worden
gebruikt voor de voeding van bijvoorbeeld een
elektrisch apparaat, een elektromotor (in een
voertuig) of van het elektriciteitsnet. De stoom kan
eenvoudig in de vorm van water worden afgevoerd.
Voertuigen nemen de waterstof met zich mee in tanks,
bijv. als vloeibare waterstof, of als waterstofgas
onder druk. Het restproduct -puur water- kan middels
een "uitlaat" aan hetvoertuig worden afgevoerd.
De brandstofcel heeft in vergelijking tot bestaande
energieopwekkers een heel hoger rendement omdat de
omzetting van de brandstof (de waterstof) in energie
direct plaatsvind, en niet in meerdere fasen, zoals
bij de verbrandingsmotor. Het verschil in rendement
is nog groter bij lage en/of sterk wisselende
belasting. Automotoren werken vrijwel nooit op vol
vermogen, en daardoor zeer inefficient.
Bronvermelding tekst: ...